Een reis langs de cacaoproductie in het ongerepte noorden van Nicaragua
Wie in Nicaragua chocolade wil kopen, zal goed moeten zoeken. Toch zijn cacao en Nicaragua onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je vindt het terug in de drankjes, de natuur en de dromen van lokale boeren. Waar de plantages onder druk van de Revolutie decennialang gedomineerd werden door de lucratieve koffieproductie, is er nu weer ruimte voor cacao. Ik maak een reis langs de cacaoproductie in Nicaragua en ontdek het belang van deze bekende bonen voor de toekomst van talloze communities in het ongerepte noorden.
Verlekkerd kijk ik naar de wikkel van een reep Tony’s Chocolonely, om over het pak hagelslag dat me iets verderop aanstaart maar niet te spreken. Ik sta in het museum van El Castillo de Cacao: een kleine chocoladefabriek in de noordelijk gelegen stad Matagalpa, de toegangspoort tot de koffie- en cacaoregio van Nicaragua. De hoeveelheid aan Hollandse producten in het museum is te danken aan eigenaar Harm van Oudenhoven. In 2004 ontdekte hij met zijn gezin een gat in de markt en ontpopte zich als een ware Willy Wonka. In een land waar het eten van chocolade niet tot de cultuur behoort kan je het als Nederlander namelijk zwaar hebben.
Terug in de tijd
Hoewel het er aan chocolade ontbreekt, is het ingrediënt cacao wel degelijk populair in Nicaragua en de rol van de cacaobonen gaat eeuwen terug. Totdat in 1869 de Córdoba het overnam, werden cacaobonen zelfs gebruikt als munteenheid. Terwijl mijn gids -en chocoladeliefhebber- Daniel me rondleidt door de fabriek, vertelt hij over de geschiedenis van de cacaoproductie in Nicaragua. Een turbulente geschiedenis, want in de tijd van de Revolutie werd de productie van cacao drastisch aan banden gelegd. Koffie, daar zat het geld. En zo verdwenen de cacaobonen van de plantages. Na het einde van de Revolutie in de jaren ’80, groeit de interesse naar cacao en keert het langzaam terug op het platteland. Niet zonder reden, en om daar alles over te ontdekken reis ik af naar La Corona, een community van boeren in het noorden.
“Totdat in 1869 de Córdoba het overnam, werden cacaobonen gebruikt als munteenheid”
Het is april, de droogste maand van het jaar in Nicaragua. Maar waar het grootste deel van het land zucht onder de intense hitte, is het hier in de bergen goed vertoeven. Ik hike langs watervallen, uitzichtpunten en piepkleine dorpjes terwijl Daniel me het ene na het andere gewas aanwijst. Hier is Nicaragua groen, vruchtbaar en vol met verhalen over biologisch verbouwen, duurzaam toerisme en de realiteit van klimaatverandering.
Verblijven bij een cacaoboer
Het is net lunchtijd als ik aankom bij Finca de Guayaba, waar ik word begroet door de familie Méndez. Binnen no-time staat de tafel op de veranda vol met heerlijke gerechten, bereidt met producten van hun land en dat van de buren. Vannacht verblijf ik op de finca en krijg ik letterlijk een kijkje in de keuken van deze familie. De 18-jarige Carla, een van de zes Méndez zussen, leert mij Pinolillo maken; een typisch Nicaraguaans drankje op basis van cacao. Terwijl we samen maïs roosteren en cacaobonen pellen, wisselen we Spaanse en Engelse woorden uit en lachen om elkaars verhalen over het dagelijks leven, jongens en cultuurverschillen.
“Cacao vormt een ideaal alternatief omdat het zich makkelijk aanpast aan klimaatverandering en het hele jaar geoogst kan worden.”
De opmars van cacaoproductie in Nicaragua
Na een tour over de boerderij schuift Aura, de oudste zus van het gezin, aan tafel aan. Ze is een van de gelukkigen in de community met een goed diploma en dito baan in sustainable agriculture. Als geen ander kan ze mij vertellen wat de rol van de cacaoproductie in Nicaragua is. Ik ontdek dat de opmars van de cacao een onvermijdelijk gevolg van klimaatverandering is. “Sinds een ziekte in 2010 onze koffieoogst verpestte zijn we serieus gaan nadenken over alternatieven. Koffie verdient goed maar het is te risicovol en maakt ons als boeren kwetsbaar. Cacao vormt een ideaal alternatief omdat het zich makkelijk aanpast aan klimaatverandering en het hele jaar geoogst kan worden. Voor koffie geldt dat er maar één keer per jaar een oogst is, en dus kregen we maar één keer per jaar geld. Dankzij cacao verdienen we nu het hele jaar door.”
Mijn route is onderdeel van de cacaoreis van Better Places. Bij deze reisorganisatie stel je je reis samen met een lokale reisexpert, helemaal zoals je zelf wilt. Je komt op de meest bijzondere plekken in de regio, waarbij duurzaam reizen centraal staat. Naast de homestay in La Corona verbleef ik nog twee nachten op unieke eco-adresjes in het noorden van Nicaragua. Daarover gauw meer!
Cacao als wapen in de klimaatcrisis
De verwachting is dan ook dat de cacaoproductie in Nicaragua de komende decennia sterk aan populariteit gaat winnen onder lokale boeren. Het is het ideale wapen in een tijd waarin klimaatverandering het voor hun onmogelijk maakt om een zeker inkomen te genereren uit koffie. Of zoals Daniel het zegt: hier spreken we van klimaatcrisis. Klimaatverandering is eigenlijk gewoon het natuurlijke proces van de wisselende seizoenen.” Hij heeft gelijk. Waar de klimaatcrisis voor veel van ons een weliswaar serieus, maar onzichtbaar fenomeen is, is het voor deze boeren de harde werkelijkheid en betekent het dat ze hun hele productie om moeten gooien.
Dag in dag uit wordt er door deze familie en hun arbeiders keihard gewerkt op het land en in het huis. Maar voordat het licht uitgaat verzamelen ze op de veranda met gitaren en trommels en wordt er gelachen en muziek gemaakt. Hier kan geen hotel tegenop.
Van boon naar bonbon
Met veel kussen en knuffels verlaat ik de volgende dag Finca de Guayaba om via plantages een laatste stop te maken bij een cacaocorporatie. Ik word door twee medewerkers met ijzersterke armen rondgeleid en leer dat het proces van cacaoboon tot bonbon of chocoladereep 22 dagen duurt. Het is een arbeidsintensief proces en enorm hard werk. Zo worden de bonen acht dagen lang elke 30 minuten handmatig omgedraaid in een snikhete kas, om ervoor te zorgen dat ze precies goed roosteren.
Waarom er zo weinig chocolade te vinden is in Nicaragua, is me nog steeds een raadsel. Het wordt me duidelijker als ik bij de corporatie een bonbon aangereikt krijg. Eindelijk, chocolade. Maar bij de eerste hap brokkelt het af alsof het een suikerklontje is. En ik zit er niet ver naast. De Nicaraguanen zijn zoetekauwen. Waar onze schrappen uitpuilen van de melkchocolade, geven ze hier de voorkeur aan suiker. En niet zuinig ook. Het ontbreken van melk in de chocolade zorgt er bovendien voor dat het beter bestand is tegen de hitte en langer houdbaar is. Het is een luxeproduct dat niet voor iedereen weggelegd is en daarom ook maar weinig te vinden is in supermarkten. Snickers en een zeldzame reep van Ritter Sport is waar onder de locals de voorkeur naar uit gaat. Die laatste is ook de grootste afnemer van Nicaraguaanse cacao.
Organic en fair trade
Onder druk van Amerikaanse en Europese inkopers wordt er zoveel mogelijk cacao biologisch verbouwd. Ik denk terug aan mijn bezoek aan Castillo de Cacao, waar Daniel me het verschil tussen een biologische en bewerkte cacaoboon liet zien en proeven. Een wake-up call, op z’n zachtst gezegd. Want waar de biologische variant sterk en smaakvol is, kon ik de bewerkte versie zonder moeite breken en proefde ik er nauwelijks cacao aan af. Ik denk aan Carla en haar familie die zo hard werkt aan een eerlijke cacaoproductie op hun land en neem me voor om vanaf nu altijd organic en fair trade chocolade te kopen. Een leven lang Tony’s Chocolonely, dat is toch alles behalve een straf. Maar, helaas wel pas als ik weer in de Nederlandse supermarkt sta…