geschiedenis van Suriname

Een kijkje in de koloniale geschiedenis van Suriname

Van horrorplantages tot serene tuinen in de Warappakreek

“Kijk, een slang!”, roept iemand uit de groep. Een heel klein slangetje kronkelt over felgroene bladeren. Hij lijkt zich weinig druk te maken om de mensen die een plaatje van hem willen schieten, en vervolgt zijn weg naar ongetwijfeld een lekker hapje. We zijn in de botanische tuin van plantage Bakkie, dat officieel Reijnsdorp wordt genoemd.

geschiedenis van Suriname

Opknappen

Op deze intens rustgevende plek droop tot ver in de negentiende eeuw zweet en bloed van slavenruggen. De vruchtbare grond bleek erg geschikt om koffie, suiker en tabak te verbouwen, en de Nederlandse bezetters bouwden in navolging van de Engelsen een fijnmazig netwerk van plantages. Als je tegenwoordig aanmeert op Bakkie, roept het niet het gevoel op dat je op een voormalige horrorplaats bent. Eerder een verborgen paradijsje.

Na een vaartocht vanuit Alkmaar, wuiven palmbomen de gasten welkom. Prachtige gifgroene hagedissen schieten vlak voor je slippers weg. Bijna was hier niets van het koloniale verleden overgebleven. Alles leek in de vergetelheid weg te rotten. Tot een aantal nakomelingen van slaven anders besloot, en op eigen houtje een aantal gebouwen op Bakkie restaureerde. En dat alles met behulp van donaties vanuit Nederland en Suriname. Daardoor konden een klein museum over de plantage en slavernij, een eetgelegenheid, lodges en paden door de botanische tuin gerealiseerd worden.

geschiedenis van Suriname

De Warappakreek

Maar wie Suriname zegt, zegt naast het koloniale verleden ook natuur. Een bezoek aan de plantages is dan ook niet compleet zonder een tochtje door de nauwe Warappakreek. Een uniek stukje Surinaamse natuur, want er zijn verschillende microklimaten in een straal van een paar kilometer. Onze boot wordt overschaduwd door dichte mangrovebomen. Vlak naast ons kruipen krabben de kleiachtige kant op, hun hollen in. Door begroeiing is het hier een beetje schemerig, maar wat zonnestralen zorgen voor een dromerige sfeer.

De sputterende motor stuwt onze tentboot voorzichtig naar een iets minder dichte begroeiing. Hier maken vliegende vissen de waterweg onveilig. De kreek wordt breder, en aan beide kanten duikt een fraai laagland op met ontelbaar veel watervogels. Naast de onvermijdelijke witte reiger, die in Suriname net zo normaal is als de huismus bij ons, is hier ook een groep roze ibissen te zien. Hun prachtige verenpak combineert perfect met het witte van de reigers. Onderweg stoppen we bij resten van een suikerfabriek, nu grotendeels opgeslokt door het groen. Tandwielen en balken zijn de enigen die nog iets kunnen navertellen.

geschiedenis van Suriname

De kreek mondt uiteindelijk uit in de Atlantische Oceaan. Hier is een van de weinige zandstranden van het land te vinden. Hoewel, een smalle strook zand dekt de lading beter. En je moet eerst je eigen plekje schoon vegen. Het stikt hier van natuurlijk afval, en zo nu en dan duiken ook nog resten uit het verleden op. Eeuwenoude jeneverflessen van kolonisten zijn in enorme hoeveelheden aangespoeld.

Alliance

Op de terugweg brengen we een bezoek aan Alliance, een van de weinige nog bewoonde plantages. Het welkomstcomité bestaat uit een vervallen tractor en een roestig bord. Langs de zandweg dansen vlinders en kolibries, en bloeien bloemen die iets weg hebben van borstels in de wasstraat. Ook hier is de gedachte dat de geschiedenis, hoe gruwelijk ook, in herinnering moet blijven. Het plantagehuis staat in de steigers, en wordt heropgebouwd door het Ministerie van Openbare Werken. We draaien de Commewijnerivier op en sluiten af met een borgoe-cola. Intussen zien we plantages met illustere namen als Zorg en Hoop, Welgevallen en Brouwerslust aan ons voorbijgaan.

We proeven de koloniale sfeer, en de bami-kip bij de lokale Javaanse warung. Wat een bizarre plek om te wonen, bedenk ik me. En wat prachtig om te bezoeken. Tours door de Warappakreek worden verzorgd door onder meer Zus en Zo Tours.

Geschreven door - Huub snuift graag sfeer en schrijft ook zo. Zijn fotocamera is reisgezelschap numero één. Ziet schrijven als een primaire levensbehoefte. Hij komt graag op plekken waar de geschiedenis op straat ligt.

Wat vind jij? Laat van je horen!