Paradijselijk Suriname: schildpadden spotten in Galibi
Een boottocht door een uniek stukje Suriname
Paramaribo is een stad waar je je weken kunt vermaken, maar die je af en toe ook best even wilt ontvluchten. In plaats van het bekende tropische binnenland kun je ook voor een meer unieke uitweg kiezen: het kleine paradijs genaamd Galibi.
Vanuit Paramaribo naar Galibi
Op een vroege morgen word ik in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo opgehaald om door te reizen naar Galibi. Dit natuurreservaat is gelegen bij de grens met Frans-Guyana en is het thuis van talloze enorme zeeschildpadden die hier tussen februari en augustus hun eieren komen leggen.
Een lange hobbelige rit brengt mij naar Albina, een druk, kleurig en stoffig dorp aan de rivier. Hier ga ik aan boord van een korjaal: een wiebelige houten boot die mij verder brengt naar de eindbestemming. We passeren prachtige stukken oerwoud en kleine afgelegen dorpjes waar kinderen in het water spelen en vrouwen kleren wassen.
Een klein idyllisch strandje vol palmbomen
Na anderhalf uur meren we aan op een klein idyllisch strandje vol palmbomen en kokosnoten. De chaos van Paramaribo, de vieze straten en vervuilde wateren, maken plaats voor een prachtig schoon strand en heel veel rust. Ik slaap op een simpele plek en loop vanuit mijn slaapkamer zo het strand op. Ik bezoek een van de inheemse dorpen in het gebied en ga langs bij een radiostation en kleine school. De inheemse bevolking, de charismatische en kleurrijke Indianen, leven hier van en met de natuur.
Midden in de nacht stap ik weer in een korjaal en maak een wilde tocht naar de monding van de oceaan. Drie kwartier later meert de boot aan op een verlaten stuk strand en begint de zoektocht naar schildpadden. Om de natuurlijke leefomgeving van de dieren niet te verstoren, zijn verlichting en camera’s met flits uit den boze en er zijn altijd wachters op het strand aanwezig om ervoor te zorgen dat de schildpadden op geen enkele manier bedreigd worden. Enorme sporen in het zand maken direct duidelijk dat er schildpadden zijn geweest. Stil en gespannen kijk ik om me heen en spot er uiteindelijk vijf. De oerbeesten van zeker een meter doorsnede komen langzaam uit het water lopen, leggen hun eieren en keren terug naar zee. Een onwerkelijk gezicht.
Eenmaal terug in bed doe ik geen oog meer dicht van alle indrukken op deze bijzondere plek. Mijn gids Moen komt zelf uit het dorpje bij Galibi en op de terugweg naar Paramaribo raak ik met hem in gesprek. Ik kom tot de conclusie dat als ik ooit een briefje achterlaat met daarop “Ik ben verhuisd, ik weet niet wanneer ik terug ben”, ik heel waarschijnlijk een plekje heb gevonden in dit prachtige dorp. Helaas vertelt Moen mij dat je hier alleen mag wonen als je er bewoners kent. “Wanneer kom je weer?” vraagt hij. “Volgend jaar?”. Even doorsparen, denk ik bij mezelf. Maar wie weet…