Op stadsafari door industrieel Charleroi
Een expeditie in de stad die werd betiteld als lelijkste plek ter wereld
Waar Eskimo’s worden omgeven door een wit tapijt van sneeuw, worden Carolo’s – inwoners van Charleroi – omsingelt door een kleurenpalet van roodbruine corrosie. Een aanzicht dat gids Nicolas Buissart (35) graag deelt tijdens zijn stadsafari’s.
Charleroi: stad der clichés
Het in Wallonië gelegen Charleroi werd in 2008 door De Volkskrant betiteld tot lelijkste plek ter wereld. Lezers van het dagblad stemden massaal – bijna een derde – op de mijnstad. De toenmalige burgervader van de gemeente kon zich niet in de uitslag vinden en omschreef de impressie van zijn stad als een ‘opeenstapeling van clichés’. Een beschrijving die Buissart lijkt te bevestigen met zijn onderneming Charleroi Adventure. Als tegenreactie op de verkiezing kwam de geboren Carolo met de stadsafari’s. Zijn doel: het echte Charleroi etaleren. Een expeditie langs buitenissige ‘bezienswaardigheden’. Gevoeligheden blijven niet bespaard. In het verleden zwierf de safari voorbij het huis van Marc Dutroux, de Belgische kindermoordenaar. Het pand wordt enkel nog aangedaan op verzoek. “Het hoort bij de geschiedenis’’, zegt Buissart, “Londen heeft Jack the Ripper, wij Dutroux.”
Per week bedrijft Buissart gemiddeld twee safari’s. Vanochtend heeft hij al een groep van 25 Antwerpenaren gegidst. De omvang van een gezelschap bepaalt waar hij naartoe schrijdt. Evenals de wens van de klant. Overal beschikt de kunstenaar wel over sites, plaatsen die aansluiten op de vraag van zijn afnemers. Al babbelende, ontdekt hij verse sites. “Het is een wisselwerking, door te praten met iedereen kom ik achter nieuwe plekken. Een rondleiding is dan ook nooit saai voor mij.”
Benelux Esperanto
En praten kan hij als de beste. Hoewel de Vlamingen hem nauwelijks begrijpen, overstelpt Buissart ze met verhalen en anekdotes. Half in het Frans en een kwart in het Engels en Vlaams. Benelux Esperanto noemt hij het. Met handgebaren poogt Buissart zijn punt te maken. Het ettelijke Frans dat de heren spreken wordt aangewend om zijn punt te vatten. De weg van het verpauperde fabrieksterrein naar de volgende stop. Over een hoog hekwerk met scherpe driehoeken. Via een dikke pijp tegen de afrastering, een gedrapeerd vloerkleed over de spitsen en snoekduik is het de intentie om de trap aan de andere kant te bereiken. De mannen snappen het.
Gehoorzaam volgen ze de aanwijzingen van Buissart, die al aan de andere zijde verkeert. Alleen Marc peinst. Zijn enkel klopt van de pijn. Een andere optie is er helaas niet. Met helpende hand wordt hij over de omheining getrokken, waar het vervolg van de mars al staat te wachten. Een ijzeren brug over de Samber, de kronkelige rivier die door het industriegebied voert. Buissart gluurt waaks om zich heen. Volgens de voorman verbleef er geen politie in de nabijheid. Echt weten doet Buissart het niet. De Carolo heeft al meermalen een samenkomst met wetdienaars genoten. De aanleiding hiervoor is altijd dezelfde: het betreden van verboden grondgebied. Hoe hij het klaarspeelt, weet Buissart niet maar doorgaans ontglipt hij met een berisping.
Bloeiend industriebolwerk
Voor Charleroi in een landschap van industrieel erfgoed transformeerde, was het een bloeiend industriebolwerk. Koolmijnen en staalfabrieken verschaften Carolo’s voldoende werkgelegenheid. In de jaren zeventig beukte de economie echter om. Door het opraken van grondstoffen, toog menig ondernemer weg. Wat overbleef was een kerkhof aan leegstaande fabriekshallen. Met het weggaan van de grootbedrijven, vertrok de baanzekerheid. Een dreun die Charleroi anno 2014 nog niet te boven is. Tot op heden heeft de stad nog een van de hoogste werkloosheidscijfers van België: 26 procent. Daarbij is de populatie gedaald. Van de 227.000 inwoners die de stad in de jaren zeventig gefortuneerd was, zwaaide het er 24.000 uit.
Buissart ziet weinig verbeteringen. Vanwege het ontbreken van een hogeschool verkassen jongeren en masse naar Brussel en Antwerpen. En daarmee ook het toekomstperspectief van de stad. Ook het beeld van de agglomeratie – Charleroi omvat veertien deelgemeentes – bij de Nederlandstalige Belgen is niet bijster positief. Een gegeven dat het gezelschap van vandaag uit het Vlaamse Lebbeke bevestigt. Bewoordingen als ‘criminaliteit’ en ‘drugs’ worden geuit als hen naar Charleroi wordt gevraagd. Naarmate de toer vordert, naargelang de vooroordelen aan kracht winnen. “Ik ben hiervoor nog nooit echt naar Charleroi geweest”, zegt Jan, “alleen naar het vliegveld. Wat ik nu allemaal zie is… ja, wat ik al dacht. Grauw, lelijk, slecht onderhouden.”


Eenmaal over het water, stiefelt de stoet verder naar de voormalige koeltoren van een smelterij. Een ijzeren trap mondt uit in de toegang van de toren. Binnen is het een donkergroene bedoening. Mos heeft de laatste decennia duidelijk vrij spel gehad. Eenzelfde omstandigheid als op de terrils, oude mijnbergen, van Charleroi voltrekt. Plukken groen schieten door het kolenafval heen en schenken de stad een prettiger voorkomen.
Spookmetro
Toch hebben de veronachtzaamde bouwwerken wat, zoals de laatste halte van de safari. Een nimmer in gebruik genomen metrostation, ook wel bekend als spookmetro. Van de acht beoogde metrolijnen in de jaren zeventig zijn er uiteindelijk vijf gebouwd, waarvan vier in functie. Een kapitale inschattingsfout lag hieraan ten grondslag. Vergeten was dat een ondergrondse trein pas lonend is bij een bevolking van één miljoen mensen. Voor het stationsgebouw trekt Buissart de capuchon van zijn verwassen trui over het hoofd. “Voor de show”, mompelt hij en stapt naar binnen. Een tentoonstelling van stalen steunpalen, kaal gestripte bedieningspanelen en troep ontwaart zich. Te midden daarvan bewaart een bewakingscamera op een stevige balk toezicht. Buissart droomt onverwachts hardop. “Graag zou ik van een oude energiecentrale een soort mall maken met meerdere voorzieningen. Een cinema, winkels en een museum over de staalindustrie.” Voor even slijt de realiteit van het toneel, als sneeuw voor de zon. Tot de roodbruine werkelijkheid wederkeert. Buissart beent vlot weg uit de metrostatie. De arm der wet kan altijd verschijnen.
Kriebelt het bij jou nu ook om op een ietwat onorthodoxe manier Charleroi te verkennen? Via Charleroi Adventures kun je contact opnemen met Nicolas Buissart voor een stadsafari. Kosten: zo’n 20 tot 25 euro per persoon.