Backpacken in Phitsanulok : de groene juweel van Thailand
Rust, ruimte en natuur in de noordelijke provincie
Het noorden van Thailand is – met uitzondering van Chiang Mai – een regio die veel westerse toeristen overslaan. Terecht? Absoluut niet! Een paradijs voor natuurmensen en cultuurliefhebbers wacht. Welke plekken mag je niet overslaan als je naar dit deel van Thailand reist? We noemen de highlights voor het backpacken in Phitsanulok.
Backpacken in Phitsanulok stad
Phitsanulok stad is een ideaal beginpunt van je trip. Je komt aan op het vliegveld vanuit Bangkok en kunt direct de stad in. Phitsanulok is nog niet echt ontdekt door het grote publiek en heeft een groot deel van haar authenticiteit weten te behouden. De populairste trekpleister is de tempel Wat Phra Sri Rattana Mahatat; de belangrijkste tempel van de hele provincie, met binnenin een prachtige gouden Buddha.
Phitsanulok is oud en een deel van die historie is terug te zien in de ruïne van het Wang Chang-paleis, in het noorden van de stad. Hier woonde in de 16e eeuw koning Naresuan, die het toenmalige Thaise koninkrijk Ayutthaya bevrijdde van de Birmese overheerser. Bijzonder om te bezoeken is de Buddhafabriek, waar je gratis een kijkje kunt nemen in het productieproces van de Buddhabeelden. Naast de fabriek vind je trouwens een vogeltuin, waar je meer dan honderd lokale vogelsoorten kunt bewonderen.
Phu Hin Rong Kla
Hoog op een berg op de grens van de provincies Phitsanulok en Loei vind je Phu Hin Rong Kla. Geschiedenisfans mogen deze plek tijdens het backpacken in Phitsanulok niet overslaan; de jungle van het bergachtige park was namelijk tussen 1968 en 1972 het verborgen hoofdkwartier van de Thaise communistische partij. Stationaire machinegeweren, verlaten hutten en een begraafplaats herinneren aan de hevige gevechten die hier plaatsvonden. Voor de allermooiste uitzichten van Phu Hin Rong Kla moet je flink wat wandelen, klimmen en klauteren over de rotsen. Met een enorme dosis geluk kun je hier zelfs wel een luipaard of een tijger spotten. Eenmaal boven zie je hoe de kleur groen Phitsanulok domineert. Pas wel op voor spleten tussen de rotsen; er liggen houten bruggetjes overheen, maar een verkeerde stap is snel gemaakt.
Thung Salaeng Luang
‘Caution: Elephant Crossing’. Het gele bord langs de weg belooft wat! In het Thung Salaeng Luangpark leeft namelijk een kudde wilde olifanten, al lang geen vanzelfsprekendheid meer in Thailand. Het park bestaat uit dichte jungle, afgewisseld door open weides met waterbronnen. Perfect voor het spotten van bijzondere dieren. Richt je alleen niet te veel op het speuren naar olifanten, want zelfs de opzieners en gidsen zien ze bijna nooit. Wel een zekerheid: de Kaeng Sopha Waterfall, de grootste waterval van de provincie Phitsanulok. Het dichtstbij het wilde water kom je bij de stroomversnelling Kaeng Wang Nam Yen waar je kunt raften. Net zo spannend maar minder nat: in de buurt van de stroming kun je ook een aantal donkere grotten verkennen.
Slapen in het oerwoud
Wil je tijdens het backpacken in Phitsanulok overnachten in de jungle, maar ben je geen fan van kamperen? In het Rainforest Resort slaap je midden in het oerwoud, maar wel met een dak boven je hoofd en een matras onder je rug. ’s Avonds zingen krekels je in slaap, ’s ochtends breken de eerste zonnestralen door het bladerdak om je wakker te maken. Het moment dat je slaperig de deur van je hutje opendoet, stap je direct tussen de kalebasbomen en duw je lange lianen aan de kant richting het ontbijt – als je wil aan een rivier! Bijkomend voordeel: het is niet zo duur. Paar kleine nadelen: er zat een grote jachtkrabspin bij mijn douche en bij thuiskomst woonden er bed bugs in mijn nachtkastje. Maar ja, beestjes horen nu eenmaal bij de jungle…
Meer tips over backpacken in Thailand? Neem een kijkje op onze Thailand pagina!
Foto’s: Ronan Crowley, Hjalmar Guit, Rain Forest Thailand, JJ Harrison (header)